‘Ik kan hier nog jaren mee voort’
door Jaap Stiemer
Hij reist lichter dan tijdens de vorige Lost & Found-tournee langs de theaters.
Toen ging er een hele kringloopwinkel mee, zoals Tim Knol het zelf omschrijft.
‘De opbouw is nu meer zoals de folkshows van vroeger. Drie microfoons en
een paar gitaren. Daardoor krijg je een heel eerlijk geluid.’
Tijdens de vorige serie theatershows reisde Tim met toetsenist Eric Lensink
door het land en werden overal kringloopwinkels bezocht. De vondsten werden
uitgestald op het podium en ook nam de zanger-gitarist delen van zijn eigen
verzamelingen mee, aanstekers bijvoorbeeld, die samen met de merchandise
en platen werden verkocht.
‘Dat liep wat uit de hand’, vindt Tim Knol nu. ‘De opzet van Lost & Found II is
hetzelfde, maar dan zonder die kringloopwinkel. Ik speel nu ook alleen. Ik neem
een paar platen met vergeten liedjes mee die ik te gek vind en daar vertel ik
over. Die liedjes speel ik. Ik doe ook drie of vier nummers van mijn laatste
album ‘Cut the Wire’ en daarnaast alleen nieuw materiaal.’
Afgelopen mei kwam er een nieuw album uit van Tim Knol: Happy Hour, waarop het
publiek hem weer van een geheel andere kant leerde kennen. De plaat is
opgenomen met de Blue Grass Boogiemen, een naam die meteen de muziekstijl
verraadt die het album domineert; bluegrass. De razendsnelle, meerstemmig
gezongen country, die in de jaren vijftig van de vorige eeuw in Kentucky ontstond.
‘Ik ken die muziek goed, het werd vroeger bij mij thuis veel gedraaid. En mijn vader
zat in een groep die dat speelde. ‘Pain in my Heart’ van The Osborne Brothers
herinner ik me nog goed. En dat is dan ook de enige cover die op mijn nieuwe album
staat. Het is goed te doen om de vibe van die muziek in mijn eentje in het theater
neer te zetten. Ik heb veel geoefend met flatpickin’, dat is met een plectrum heel snel
melodieën spelen. Als je Doc Watson ziet spelen dan weet je dat het niet onmogelijk
is.’
‘Het heeft lang geduurd voor ik dit durfde te doen. Ik ben een Europeaan en deze
muziek is super-Amerikaans. Maar ik kom uit West-Friesland en dat is toch ook een
soort Texas of Kentucky. Ik was misschien bang dat mensen het niet zouden pikken.
Maar daar heb ik nu schijt aan, ik doe het gewoon. Met de plaat ben ik heel tevreden.
Het had een Amerikaanse band kunnen zijn, als je er naar luistert. En er komt geen
elektrische gitaar op voor.’
Nieuwe wegen dus voor Tim Knol, die in 2018 zijn vierde album ‘Cut the Wire’
afleverde en die begin 2019 in een uitverkocht Paradiso zijn 10-jarig
artiestenjubileum vierde. Tim reist nu samen met zijn geluidstechnicus door het land.
Drie microfoons en enkele akoestische gitaren bepalen samen met Tims stem het
geluid van de avond.
‘Gitaren worden vaak rechtstreeks in de geluidsinstallatie geprikt, maar we hebben
ervoor gekozen dat niet te doen en met microfoons te werken. Dat maakt het ook
mogelijk geluidsopnames met studiokwaliteit te maken. Ik heb nog nooit live-
opnames uitgebracht, maar misschien dat ik hiermee iets doe. In ieder geval vind ik
deze manier van werken heel cool. Ik kan ook de keuze van de nummers aanpassen
wanneer ik wil, dat kon de vorige keer niet. Voor mij is het een nieuwe uitdaging en
dat is prettig wanneer je een show veertig keer speelt en met de reprise erbij
zeventig, tachtig keer.’
De van oorsprong Hoornse singer-songwriter voorspelt ‘veel geouwehoer’ tijdens de
voorstellingen. ‘Als ik zelf in het theater zit, wil ik ook dat het zo is. Ik ben op mijn
best als ik binnen de opbouw van mijn show de vrijheid heb om mijn verhaal steeds
op een iets andere manier te vertellen, al naar gelang de zaal. Ik merk dat het werkt,
wat ik doe in het theater. Er komt een nieuw publiek op af en dat komt ook weer
terug. En er komen steeds weer nieuwe mensen bij. In het theater krijg je niet alleen
de muziek, maar kun je ook ervaren hoe iemand als persoon in elkaar zit. Dat is echt
anders dan in een popzaal, waar je alleen de muziek hebt. Het is een kwestie van
volhouden. Ik zie het aan Daniël Lohues, die hard heeft gebouwd aan zijn
theaterwerk en daar echt iets mee heeft neergezet. Ik kan hier ook jaren mee voort,
want verhalen zijn er altijd.’
Terwijl hij ’s avonds in de theaters speelt, probeert Tim overdag ook productief te
zijn. Op het nieuwe ‘I Love My Label’ bijvoorbeeld, is een EP met zes nummers van
het duo Sam & Julia uitgebracht. ‘Daar gaat veel tijd in zitten, omdat ik echt alles
regel voor de artiesten die worden uitgebracht. Het is meer dan alleen een
vinylplaatje uitbrengen, wat ik eerder met een ander label heb gedaan. Zelf heb ik
tien jaar geleden de kans gekregen van het label Excelsior om mijn muziek te laten
horen, zoiets wil ik ook graag voor anderen doen.’
Tijdens de theatertournee, die loopt tot en met maart, wordt er toch af en toe nog wel
eens een kringloopwinkel bezocht, of – uiteraard – een platenzaak. ‘Ik loop vaak de
stad of het dorp wel even in waar ik speel. Ik was laatst in Tilburg. Ik belandde in een
verlaten winkelcentrum. Daar kwam ik maar één persoon tegen en dat was Guus
Meeuwis. Erg hilarisch.’
Lost & Found II van Tim Knol is op 7 februari 2020 te zien in ons theater. Meer info en tickets >>